Het verhaal van Roos Buijs, psychomotorisch therapeut
"In een goed team kan je echt meer"
Roos Buijs werkt als psychomotorisch therapeut (PMT). Dat doet ze binnen het team intensief poliklinische behandeling bij GGZ Delfland. Een van de onderdelen van intensief poliklinische behandeling is een lichaams- en ervaringsgerichte therapievorm: hier komen cliënten meer in contact met hun lijf én hun gevoel. Roos: “Ik zeg altijd tegen nieuwe cliënten: ‘We gaan meer in de ervaring, we gaan meer doen.’ Mensen zijn gewend geraakt om in hun hoofd te zitten en hebben daardoor minder contact met hun lijf. Bewegen is niet het doel, maar wél het middel.”
Roos werkt met individuen of groepen mensen met een persoonlijkheidsstoornis. Ze vertelt: “Ik bied werkvormen aan in een zaal. De werkvormen hebben allerlei verschillende thema’s zoals afstand en nabijheid, vertrouwen en het uiten van emoties. Tegelijkertijd heb je tijdens het bewegen ook andere gesprekken dan anders. Immers: als je alleen maar praat, kun je nog nadenken en weggaan bij een gevoel. Maar als je beweegt, geef je vaak een meer primaire reactie en vanuit daar kun je verder werken.”
Grenzen zijn een belangrijk thema in de psychotherapie. “Ik kan situaties neerzetten of creëren waarbij mensen hun grenzen voelen en oefenen met hun grens aan leren geven. We oefenen met het eerder leren luisteren naar de signalen van het lichaam. Veel mensen luisteren pas naar hun grens als het eigenlijk te laat is en ze paniek voelen of hun nare gevoelens wegdrukken”, vertelt Roos.
Met fijne mensen kun je veel aan
Kenmerkend voor de werkwijze van de intensief poliklinische behandeling is de manier waarop collega’s met elkaar samenwerken. “We werken altijd in duo’s en dragen na elke sessie uitgebreid aan elkaar over. Dat is belangrijk, want zo kan de volgende therapeut verder werken aan wat wij hebben opgemerkt en andersom.” Omdat de werkzaamheden heftig kunnen zijn, is zo’n fijne samenwerking extra belangrijk. Roos: “Ik vind mijn werk inhoudelijk heel interessant en mooi, maar soms ook pittig. Als er veel speelt in groepen, zoals spanningen en conflicten, kruipt dat soms wel onder je huid. Je hebt echt een goed team nodig om dat samen te kunnen dragen. En hier voel ik dus echt dat ik dat heb. Mijn collega’s hebben daarbij ook echt een bak aan ervaring.”
Als er veel speelt in groepen, zoals spanningen en conflicten, kruipt dat soms wel onder je huid. Je hebt echt een goed team nodig om dat samen te kunnen dragen. En hier voel ik dus echt dat ik dat heb.
Roos Buijs
Weinig woorden nodig
De teamleden van Roos werken bijna allemaal al lange tijd voor GGZ Delfland. Hierover zegt ze: “De mensen met wie ik werk hebben maar weinig woorden nodig en de sfeer is heel goed. We maken veel grappen met elkaar. En het is duidelijk dat we nog héél lang willen samenwerken. Mooi toch?”
In haar werk is Roos veel aan het ‘puzzelen’. Dat vindt ze mooi om te doen: “Ik ben altijd aan het onderzoeken: Wat gebeurt hier eigenlijk? En draait dat om het individu of is er ook sprake van groepsdynamiek. Ik kan mijn eigen instrument zijn. En dat maakt het werk voor mij leuk en uitdagend.”
Als psychomotorisch therapeut (PMT) heeft Roos de ruimte om terplekke te bepalen hoe de therapie vorm krijgt. Ze legt uit: “Dat is voor een deel experimenteren, ik ben continu aan het schakelen. Natuurlijk heb ik altijd wel een plan achter de hand, maar ik kijk altijd waar de groep op dat moment behoefte aan heeft, of wat aansluit op hun proces. Dat is belangrijk, want zo kom je bij de kern.”
Prima ligging locaties
Nóg een prettig voordeel van werken bij GGZ Delfland? Dat vindt Roos de centrale ligging van de locaties in Delft en Schiedam waar ze werkt. “Daar kan ik op de fiets naartoe en het Sint Joristerrein in Delft is ook gewoon een mooie plek. Daarbij zijn de arbeidsvoorwaarden hier goed.”
In de toekomst hoopt Roos dat er nog meer ruimte komt voor PMT en andere ‘vaktherapie’. “Omdat ik op dit moment de enige ben bij GGZ Delfland die deze therapie aanbiedt, krijg ik regelmatig aanvragen van collega’s of ik hun cliënt kan behandelen. Graag hoor. Het is mooi werk, dus ik zou graag meer mensen hiermee willen verder helpen.”