
Het verhaal van Melanie Samson, zorg- en activeringscoach
“Ook al werk je solistisch, je staat er nooit alleen voor”
Met mensen werken vond ze altijd al leuk. Daarom heeft ze onder andere in de ouderenzorg gewerkt, maar bij GGZ Delfland is Melanie Samson pas echt op haar plek. Als zorg- en activeringscoach helpt ze cliënten terug te keren in de maatschappij. “Iemand de helpende hand bieden om vervolgens zelf verder te kunnen, is heel dankbaar werk.”
“Ik werk bij Doel Delfland, een onderdeel van GGZ Delfland. Hier werken voornamelijk woonbegeleiders, activiteitenbegeleiders en zorg- en activeringscoaches zoals ik. Ik ga naar de mensen toe die in mijn ‘case load’ zitten. Ik bezoek hen thuis om ze te ondersteunen bij allerlei praktische zaken op het gebied van onder meer gezondheid, sociaal functioneren of financiën. Dan vraag ik bijvoorbeeld samen met mijn cliënt een uitkering aan, of ik help zijn inkomsten en uitgaven in kaart te brengen. Of ik begeleid iemand naar betaald of onbetaald werk, of naar zinvolle dagbesteding. Alles wat er maar nodig is om samen de hobbels weg te nemen om weer mee te doen in de maatschappij.”

‘Er zijn’ is belangrijk
“In mijn functie is inlevingsvermogen essentieel. Want behalve het helpen bij praktische zaken, is ‘er zijn’ ook een belangrijk onderdeel van mijn werk. Er is namelijk veel eenzaamheid onder cliënten, dus zijn ze blij als ik er ben en een luisterend oor bied. Het verschilt per cliënt hoe vaak ik hem of haar bezoek. Sommigen wekelijks anderhalf à twee uur, anderen maar één keer per maand. Net wat er nodig is. Ik loop altijd minimaal een halfjaar met een cliënt mee. In sommige gevallen blijft iemand permanent bij mij, als het gewoon niet lukt om bepaalde zaken zelf op te pakken.”
GGZ Delfland voelt als thuis
“Ik vind de sfeer bij GGZ Delfland fantastisch. Ik werk hier nu twee jaar. Collega’s zeiden al snel tegen me: “het is alsof je hier altijd al bent geweest.” Ze zijn oprecht geïnteresseerd en gezellig. We kunnen lachen, maar ook praten over moeilijke dingen. Het voelt echt als thuis. In ons hechte team is altijd wel iemand bereikbaar, om even tijd voor je te maken. Ik heb wel eens een casus gehad waarin ik het echt even niet meer wist. Het ging om een jongen met een zware vorm van autisme; ik kreeg weinig uit hem. Ik had bovendien een vermoeden van misbruik, maar wist niet hoe ik daarnaar moest handelen. Ik kon toen gewoon binnenlopen bij collega’s om te vragen “mag ik even iets bespreken?”. Dat was fijn. Ook al werken wij voornamelijk solistisch, je staat er niet alleen voor.”

Je kunt heel zwart-wit denken: dit wordt heel moeilijk. Maar als je er open ingaat en kijkt naar wat er wél kan, kun je echt bouwen aan iets.
Melanie Samson
Tijd en middelen voor opleiding geen probleem
Voordat ik hier kwam werken heb ik de mbo-opleiding Sociaal Werker gedaan. Ik solliciteerde bij GGZ Delfland op een hbo-functie. Ze namen me toch aan, maar wel op een vergelijkbare functie op mbo-niveau. Toen ik hier zeven weken werkte, zei ik tegen mijn manager: “ik voel me hier op mijn plek, maar ik wil toch nog steeds die hbo-functie. Ik wil dus de opleiding daarvoor gaan doen.” En dat heb ik gedaan. Het werd zo gefaciliteerd dat ik de opleiding versneld - binnen twee jaar - heb kunnen afronden. Mijn praktijkbegeleider hier op het werk maakte bijvoorbeeld altijd tijd om te sparren of om dingen na te kijken. Echt fantastisch. Ik zou heel graag nog meer cursussen of opleidingen willen doen, want ik vind het belangrijk om mee te gaan in alle nieuwe methodieken die worden ontwikkeld. ‘Leven lang leren’ is mijn motto.”
Kijken naar wat er wél kan
In de afgelopen twee jaar heb ik geleerd dat ik soms dingen bij de cliënt moet laten liggen. Het is in sommige gevallen beter om te zeggen: probeer het eerst zelf. Anders creëer je een afhankelijkheidsrelatie en dat is uiteindelijk niet helpend. Waar ik echt voldoening uit haal, is als een situatie op het eerste gezicht uitzichtloos lijkt, maar het me toch lukt om een relatie op te bouwen met de cliënt. Zo had ik een dame met zware hoarding-problematiek; ze had ongelofelijk veel spullen verzameld. Zo veel, dat het onder meer brandgevaarlijk werd in haar woning.
In plaats van meteen te beginnen over “dit moet weg en dat moet weg”, heb ik eerst veel moeite gestoken in het opbouwen van een band. Ik ging gewoon met haar praten over haar spullen: wat betekenen deze dingen voor jou? Wat doen ze met je? Na een tijdje vertrouwde ze me en op een gegeven moment ging er zelfs een knop om bij haar. Ze vroeg zich ineens af: “waarom heb ik eigenlijk zóveel spullen?” Ik zag echt een sprankeling in haar ogen en ze is zelf dingen weg gaan doen. Niet dat haar huis nu in één keer spic en span is, maar het is zeker de helft minder vol. Dat vind ik echt mooi. Want je kunt heel zwart-wit denken: dit wordt heel moeilijk. Maar als je er open ingaat en kijkt naar wat er wél kan, kun je echt bouwen aan iets. Ik vind het fijn om mensen die echt in de put zitten het licht weer te laten zien.”